Is het de wheelie? Is het drempels en stoeprandjes nemen? Of toch makkelijk een helling afrollen? Wat is nou dé tip of hét advies waar jonge deelnemers aan de rolstoelvaardigheidstrainingen van het Wheelchair Skills Team verder mee kwamen? Wat heeft ze écht geholpen? We vroegen het vier van hen.
Tekst: Robin Wubben
1. Dani (21 jaar) - Zonder irritante wieltjes
“Ik ben de trainingen van het Wheelchair Skills Team gaan volgen nadat Kees-Jan van der Klooster in 2014 een paar keer langs was geweest bij de mytylschool waar ik zat. Ik vond die lessen heel leerzaam, maar wilde ook nog veel meer leren. De wheelie is echt een heel belangrijke vaardigheid die je al snel in de trainingen leert. Die is de basis van alles. Door alleen op je achterwielen te rijden, zijn drempeltjes en stoeprandjes geen probleem meer. Of de trainingen mijn leven hebben veranderd? Ja, absoluut. Ik ben veel zelfverzekerder. Voordat ik de trainingen ging volgen, was ik al heel sportief en bewoog ik ook heel veel in mijn rolstoel. Alleen: ik durfde nooit zonder mijn anti-kiepwieltjes te rijden, waardoor ik niet zomaar overal kon komen. Dat heeft Kees-Jan veranderd. En dat is dan ook het allerbeste advies dat ik tijdens de trainingen heb gekregen: die anti-kiepwieltjes zijn alleen maar irritant. Ze voorkomen dat je bepaalde obstakels kunt overwinnen. Zonder die wieltjes ben ik veel zelfstandiger in mijn rolstoel.”
2. Harold (18 jaar) - Je komt er wel
“Mijn moeder zag ergens een aankondiging van de trainingen van het Wheelchair Skills Team. Ik was wel behendig met mijn rolstoel, deed al veel zelf, maar wilde mijn skills nog verder verbeteren, dus heb ik me aangemeld. We begonnen met simpele oefeningen: stoeprandjes, drempeltjes… De wheelie en de eerste oefeningen beheerste ik al best aardig, al kan ik ze door de aanwijzingen van het team nu nog beter. Later gingen we ook echt hellingen af, hogere drempels op en we namen (rol)trappen. Vooral dat laatste is erg handig om te kunnen. Niet elk gebouw is goed toegankelijk, niet overal is een lift, maar door die skills kan ik nu op veel meer plekken komen. Ik zoek steeds vaker uitdagingen op. Hier in de buurt ligt een skatebaan, waar ik regelmatig te vinden ben. Steeds hoger en uitdagender, daar houd ik van. Het beste advies dat ik van Kees-Jan heb gekregen? ‘Je komt er wel’, zei hij. Soms kost het tijd, maar je komt er wel. Soms zet je eerst een stapje terug, om er daarna twee vooruit te zetten.”
3. Wendy (17 jaar) - Durf dingen te proberen
“Toen ik 11 jaar was, kreeg ik mijn eerste ADL-rolstoel en ik merkte dat ik een stukje zelfstandigheid miste. Ik had bijna overal hulp bij nodig, drempeltjes en stoepjes waren enorme obstakels voor me. De trainingen hebben voor mij de basis gelegd voor hoe ik nu met mijn rolstoel omga. De belangrijkste vaardigheid? Misschien zegt iederéén dat wel, maar dat is toch echt de wheelie: alleen op je achterwielen rollen. Het is een skill die ik de hele dag gebruik en waardoor ik me kan redden in verschillende situaties. Voor de trainingen kon ik nog niet zo heel veel met mijn rolstoel en nu kan ik praktisch gezien alles, dus ze hebben voor mij een groot verschil gemaakt. Ik kan nu bijvoorbeeld makkelijk met de bus naar school: op mijn achterwielen rol ik van de halte de bus in en uit. Je moet gewoon niet bang zijn; durf dingen te proberen en jezelf uit te dagen. Je kunt meer dan je denkt!”
4. Syenne (16 jaar) - Je eigen tempo volgen
“Ik heb de trainingen twee keer gevolgd. De eerste keer toen ik 12 jaar was en een paar maanden terug kreeg ik een nieuwe rolstoel, die heel anders was dan die ik had en dus wilde ik wat vaardigheden opnieuw leren. Ik had een ‘luie’ stoel en heb nu een actieve stoel. Qua zithouding is hij heel anders. Ik had een hoge rugleuning, nu niet meer, waardoor ik veel meer bewegingsvrijheid heb. Ik wilde eerst ook graag geduwd worden, maar toen ik wat ouder werd, wilde ik graag meer dingen zelf doen. Het fijne aan de trainingen van het Wheelchair Skills Team is dat ze jouw eigen tempo volgen. Kun je iets al? Dan ga je een stap verder. Lukt het niet? Dan mag je het nog een keer proberen. Door de vaardigheden die ik nu heb, ben ik minder de lift gaan pakken. Als er de keuze is tussen een roltrap en lift, kies ik de roltrap. En ik rijd niet meer helemaal om naar een zebrapad, omdat de stoep daar schuin afloopt. Ik kan nu overal stoeprandjes af. Sowieso ben ik, met alle vaardigheden, veel zelfstandiger. Ik ga uitdagingen niet uit de weg, ik probeer alles te doen wat ik wil. Lukt het niet? Nóg een keer proberen. Uiteindelijk lukt het wel.”