Net toen ik dacht hoe fijn het was dat ik al een tijdje niet was gevallen, ging ik weer eens op mijn kokosnoot. Een mens moet ook voorzichtig zijn met zulke gedachten. Voor je het weet zorgt de voorzienigheid ervoor dat het tegendeel bewaarheid wordt. Zo’n zwaartekracht werkt trouwens ook niet mee. Eenmaal ter aarde gestort, krijg ik mezelf nooit meer omhoog.
Meestal word ik ruimhartig geholpen. Omstanders, passanten, of thuis door manlief. De laatste jaren - sinds hij zelf een mens met makken is - belt hij de buurman om hulp. Samen kunnen ze het klusje Pauline oprapen wel klaren. Dit keer bleek de buurman niet thuis. De andere buurman ook niet. “Laten we 112 bellen,” opperde ik vanaf de vloerbedekking. “Nee, nee, we moeten het zélf oplossen,” vond manlief. Afijn, dat oplossen werd een langdurig geworstel. Tot hij mij met een heldhaftige eenarmige hijs aan mijn spijkerbroek overeind kreeg. De man was gesloopt, maar ik vond ‘m lief.
Sinds die val draag ik een smartwatch. Zo eentje waar je ook mee kunt telefoneren. Kan ik zelf 112 bellen vanaf de vloerbedekking.
Ik maak me niet zo’n zorgen, een paar weken hersteltijd en ik kan weer vooruit. Gelukkig maar, want er is genoeg om je wél zorgen over te maken. Sinds dankzij Poetin de geopolitiek onze huiskamers binnen is gekomen, zie ik de winter toch met enige huiver tegemoet. Ongekende inflatiecijfers, onnavolgbare gasprijzen. Dreigende armoedeval voor velen, ondanks de (tijdelijke) pleister die het kabinet op de energieprijs plakt.
Een arbeidsongeschiktheidsuitkering is sowieso geen vetpot. Ooit was ik zo dom om voor eigen rekening telkens minder uren te gaan werken. Tot mijn huisarts me waarschuwde: “Stop daarmee, het wordt tijd dat je een uitkering aanvraagt.” Ze had gelijk. Uiteindelijk heb ik nu een Wia-uitkering van 70 procent van een halve baan. Bijverdienen mag, maar zodra het een beetje leefbaar bedrag wordt, is daar de lange arm van UWV om het grootste deel weer terug te vorderen. Zo kom je natuurlijk nooit ergens, financieel. Hoe hard je ook werkt binnen je fysieke mogelijkheden. En ik ben niet alleen, we zijn echt met vélen.
“Het hebben van beperking is een voorspelling voor armoede,” hoor ik Illya Soffer, van Ieder(in) zeggen bij een Troost en Sanders-vlog (nr. 186, De noodklok). Haar organisatie staat voor nogal een opgave, met de steeds ingewikkelder wordende politieke belangenbehartiging. Andere initiatieven zijn kleinschalig. Althans, in het licht van het grote aantal mensen met een beperking.
Steeds vaker kan ik verlangen naar groots georganiseerde acties. Rijen rolstoelers die de binnenstad van Den Haag onveilig maken. Scootmobielen, rollators, tikkende stokken, vlaggen, trommels en kabaal. Want wie kunnen wij straks bellen bij een armoedeval? Toch niet de buurman?
Pauline Montfoort
maakt deel uit van het redactieteam van Support Magazine. Pauline heeft een spierziekte en vraagt zich graag dingen af.