“Vroeger had hij echt brede schouders,” zegt de beste vriend tegen mijn lief in een bruin café ergens in nachtelijk Gent. Of hij me in het bijzijn van mijn vriendin probeert op te hemelen of af te kraken is mij niet geheel duidelijk. “Maar sinds corona is dat zeg maar… veranderd.” Mijn ogen gaan wat ongemakkelijk heen en weer tussen mijn vriend en mijn vriendin. Mijn vriendin ruikt het ongemak en probeert het charmant op te vangen: “O, ik vind hem nog steeds wel gespierd hoor!” “Dat is-ie ook wel,” antwoordt de beste vriend, “maar vroeger…” Er wordt naarstig gezocht in zijn telefoon naar oude jeugdfoto’s. Ik neem een slok van mijn port terwijl ik me afvraag hoeveel calorieën ik deze avond al naar binnen heb gedronken. In gedachten sus ik mezelf: ‘Gelukkig drink ik geen bier.’ Ik pak nog een klef kaasblokje met selderzout van de plank.
Twee jazzmuzikanten komen de kroeg binnen. Ons gesprek wordt bemoeilijkt door de net niet zuivere klanken van The Man I Love, een klassieker van George en Ira Gershwin. Ik mijmer aangeschoten: Ik was altijd zo trots op mijn gespierde schouders. Mijn benen mochten het dan wel niet doen, maar ik was wel die typische driehoekige rolstoelman. Fier rechtzittend in een sportieve rolstoel, liefst met een strakzittend gestreept matrozenshirt. Inmiddels bereik ik langzaam de leeftijd dat ik toch wel door begin te krijgen dat het objectiveren van dat ‘gezond uitziend lijf’ toch behoorlijk riekt naar ongezond compensatiegedrag.
Ik geef de muzikanten al het kleingeld dat ik nog in mijn portemonnee heb. “Ga je nog naar de sportschool?” vraagt de beste vriend. Ik schud beschaamd mijn hoofd. Nergens een echt toegankelijke locatie gevonden. En al was-ie er wel, ik heb me nooit fantastisch gevoeld in het knipperend tl-licht en de penetrante geur van bezwete handdoekjes. “Misschien is het gewoon de leeftijd,” probeer ik, “of het feit dat ik sinds corona een lichtere rolstoel heb.”
Mijn vriend scrolt voorbij oude foto’s en zoomt in op mijn blote schouders. “Hier zie je het een beetje.” Ik zie vooral de Franse heuvels op de achtergrond en denk aan de vakantie, een week geleden op de Veluwe. De zandpaden, het ‘licht’ glooiend landschap, de steile bruggetjes. Waar het voor de lopers relaxen is, is het voor rolstoelers vaak vooral hard werken. “Misschien moet ik gewoon vaker op vakantie.” Mijn vriendin heft haar glas: “Cheers to that!”
Mari Sanders
is film- en documentairemaker. Hij verwierf bekendheid met o.a. de tv-documentaires The Rolstoel Roadmovie (2019) en Mari Staat Op (2021). Mari is daarnaast artistiek leider van Wild Lam (2023), een professionele talentpool van jonge acteurs en makers die geloven in de kracht van beperking.