Afgelopen dinsdag 21 maart werd in het Provinciehuis Utrecht de nieuwe plaquette van Artikel 1 onthuld. Marijk Jansen en haar dochter Rosa waren hierbij. Marijk vertelde wat de verandering van Artikel 1 voor haar en Rosa betekent, zo meldt Ieder(in).

Verhaal van Marijk:

Bedankt dat ik wat mag zeggen tijdens deze bijeenkomst. Ik ben Marijk Jansen en naast mij staat mijn dochter Rosa van Kempen.

De urgentie om aandacht te vragen voor de positie van mensen met een beperking voel ik ieder moment.

Maar dat was niet altijd zo. Hoewel ik met mijn aandoening ben geboren, heb ik lange tijd gedaan om erbij te horen. Ik werkte als grimeur en had de droom om de wereld te kleuren. Ik heb heel wat lijven en gezichten van passende grime voorzien.

Politiek deed me niet zoveel. Natuurlijk ging ik stemmen en hield ik het nieuws een beetje bij, maar ik wist weinig van de impact die politieke keuzes kunnen hebben. Pas toen ik en mijn dochter afhankelijk werden van overheidsbesluiten, voelde ik de dagelijkse gevolgen.

Met de komst van mijn rolstoel en de komst van mijn dochter Rosa besef ik pas hoeveel impact politieke keuzes kunnen hebben op ons alledaagse leven. Elke dag ben ik bezig met het regelen van basale zaken om de kloof tussen doodgewoon meedoen en de ontoegankelijke samenleving te overbruggen voor Rosa en mijzelf.

Om een idee te geven. Om hier te komen en te spreken heb ik de volgende zaken moeten uitzoeken. Kan ik parkeren, kan ik naar het toilet, welke hulpmiddelen moeten er mee, hoe kan ik naar binnen, waar zijn plekken om even weg te kunnen van alle prikkels?

En dan heb ik het nog niet eens over een kapotte rolstoel, een nieuwe PGB aanvraag of andere zaken die ik als Rosa’s bewindvoerder moet regelen. Ik had nooit gedacht dat het zoveel werk zou zijn.

In mijn 'andere leven' heb ik nooit hoeven stilstaan bij dit soort regelwerk. Zoals waarschijnlijk de meeste van jullie hier niet bij stilstaan. Hoe zou het zijn om die regeldruk niet te hebben?

Ik zou tijd over houden om te kunnen werken. Of ik zou met Rosa gezellige moeder/dochter dingen doen in plaats van de zoveelste aanvraag samen in te vullen.

Al die regeldruk vergroot kansenongelijkheid. Want tijd die in het regelen van meedoen gaat zitten, gaat af van het meedoen zelf.

Artikel 1 van de Grondwet vraagt om gelijke behandeling. Een beperking is niet langer grond voor ongelijke behandeling. We hebben dat nu officieel met elkaar vastgesteld én opgeschreven. Eindelijk. Na 40 jaar.

Rechten op papier zijn mooi. Maar rechten die voelbaar zijn in de praktijk maken écht het verschil. Daarom doe ik een beroep op ons allemaal hier aanwezig. Laten we met elkaar zorgen dat deze wijziging van Artikel 1 voelbaar wordt voor iedereen met en zonder handicap.

En laten we daar geen 40 jaar over doen, maar daar meteen mee beginnen.

(Bron: Iederin)

Altijd op de hoogte blijven?