Woorden doen ertoe. We beschrijven de wereld ermee, dus ook de wereld van mensen met een beperking. Maar waarom gebruiken we bepaalde woorden? En wat ‘doet’ dat woord met mensen met een beperking? In de vierde aflevering van de serie Woordwaarde bekijkt het panel het woord: functiebeperking.
Functiebeperking de
1. Vermindering of afwezigheid van de vaardigheid om een activiteit uit te voeren op de wijze en in het bereik die gebruikelijk worden geacht voor mensen van gelijke leeftijd, gelijk geslacht en gelijke cultuur
Laura Bliek (26) heeft geen problemen met het woord ‘functiebeperking’. “Ik vind het belangrijk dat je bij een beperking specificeert waar het om gaat.” Volgens haar geef je met de term aan dat het om een fysieke beperking gaat. “Ik vind dat beter dan alleen ‘beperking’. Mensen met een verstandelijke beperking zijn een heel andere doelgroep, die hebben heel andere dingen nodig.”
Illya Soffer (57) ziet in het woord ‘functiebeperking’ ook een specificatie van ‘beperking’, maar dan op een andere manier. Ze geeft een voorbeeld: “Een verstandelijke beperking is een beperking in het cognitief functioneren. Het woord kan dingen heel helder maken.” Haar arm is op het moment van schrijven nog herstellende van een dubbele nekhernia. “Ik realiseer me dat mijn arm nog een lichte functiebeperking heeft, omdat die sommige dingen nog niet kan.” Toch zegt ze liever dat die ‘het nog niet goed’ doet, ‘functiebeperking’ klinkt volgens haar te veel als beleidstaal.
Voor Gerrit van Ark (74) zit de angel in het feit dat het woord ‘functiebeperking’ een inperking van het woord ‘beperking’ lijkt te zijn. “Het duidt erop dat er nog andere beperkingen zijn dan functiebeperkingen. Ik heb daar wat op tegen, want dan ben je aan het excluderen in plaats van includeren. Ik vraag me ook af wat de gebruiker ermee bedoelt anders dan ‘beperking’. Je kan volhouden dat elke beperking een functiebeperking is. Ik vermoed dan dat er iets achter zit.”
Van Jeanette Chedda (40) mag ‘functiebeperking’ worden afgeschaft. “Het woord heeft voor mijn gevoel een negatieve lading. Het legt het probleem bij de mens met een beperking terwijl dat over het algemeen het probleem niet is.” Ze vindt het een denigrerende manier van praten over mensen. “Veel mensen hebben niet door dat het over mensenlevens gaat. Iemand met een handicap neemt als werknemer twintig keer meer vaardigheden mee dan iemand zonder handicap. Wij hebben vaardigheden die mensen zonder handicap niet hebben.”
Welk woord vind jij fijn?
Of aan welk heb je juist een hekel? Laat het de redactie weten in een e-mail.