Voor een goed overzicht van de verscheidenheid aan autoaanpassingstechnieken door de jaren heen, en om dit door de ogen van een gebruiker te zien, moet je bij de 63-jarige Toine Welling zijn. Tot zijn 22e levensjaar was hij een ‘automotive alleseter’. Zo bezat hij een Lelijke Eend, een Ford Escort en een Fiat 127. In 1982 leek er aan al die vierwielige vrolijkheid een einde te komen, toen hij na een bloeding in zijn nek met een hoge dwarslaesie opgezadeld werd. Betekende dat een eind aan zijn automobiliteit?
Ho, wacht even! Dan ken je Toine nog niet! Want in datzelfde jaar werd een Opel D-Kadett voor hem aangepast bij Bever Autoaanpassingen. Die aanpassingen van het Opeltje waren in twee opzichten het startschot van zowel Toines heroverde mobiliteit als een even lang hondstrouw klantencontact met Bever.
“Ik weet het nog goed,” aldus Toine. “Ze zaten toen in een klein bedrijfspand met ruimte voor zo’n krap vier auto’s. Nu zitten ze in hun derde puntgaaf geoutilleerde pand, dus ik heb hun ontwikkeling als bedrijf helemaal meegemaakt. Maar parallel daaraan ook de technologische ontwikkelingen van de aanpassingstechnieken die ze in huis hebben. Zo was bij mijn Opel D-Kadett de gas-/remschuif tegen het portier aan de bestuurderskant gebouwd. Met daarin een hendel waarmee je gas kon geven, maar ook kon remmen. De keuzehendel van de automaat had de monteur aan de stuurkolom bevestigd. En de tunnelbak in de lengte tussen chauffeursstoel en bijrijdersstoel was vlak gemaakt, waardoor ik met een rails via het rechterportier instapte, doorschoof tot achter het stuur en mijn rolstoel via een zogeheten vouwliftje achter me plaatste.”
Van mechanisch naar elektrisch
Na vijf jaar werd de Opel D-Kadett vervangen door een Nissan Sunny. En in de aanpassingen van die auto ontpopten zich de eerste vage contouren van wat men moderne elektronische technieken zou kunnen noemen. Toine: “Het gas bijvoorbeeld werkte nu, in plaats van met een mechanisch systeem, met een elektromotortje onder de motorkap. En ook het remmen was van mechanisch overgegaan op elektrisch. Dan zie je al de elektrisch gestuurde automatisering langzaamaan terrein winnen. In 1992 werd de Nissan vervangen door een rode Mazda. Inmiddels waren er ook al microswitches op de markt. Dat zijn elektrische schakelaars die met heel weinig fysieke kracht geactiveerd kunnen worden. Door die elektronische componenten ging de handbediening een stuk makkelijker. En het was ook enorm ruimtebesparend allemaal.”
Logistieke ellende
Na de Mazda kwam er een bus; een Ford Transit. Dat bleek een zogeheten ‘baggerbak’. De Transit had namelijk dezelfde betrouwbaarheid als een shabby tweedehands autohandelaar in de 100 euro prijsklasse, met als mantra: garantie tot aan de stoeprand. Noodgedwongen aangeschaft vanwege een verschoven dwarslaesie die transfers in personenauto’s steeds moeilijker maakte. Zeven jaar logistieke ellende volgde. Waarbij de aanpassingen van Bever overigens kwalitatief kaarsrecht overeind bleven. Maar in 2007 kwam de Mercedes Sprinter op Toines automotive-pad. “Een verademing,” stelt hij nu. “Die auto werd opgevolgd door mijn huidige, een Ford Transit Custom.”
Eh, momentje, Toine? Even één momentje! Heb je effe? Een… eh… Ford? “Ja hoor, ik heb wel even mijn bedenkingen tegen die aankoop gehad. Maar ik heb me laten adviseren door Bever en zij zeiden van: ‘Joh, daar rijden er zo verschrikkelijk veel van, dat model is helemaal uitontwikkeld. Kan niet misgaan!’ En inderdaad, die auto loopt al jaren als een heel betrouwbaar zonnetje.”
Toine tot slot: “Ik ben nu bijna 40 jaar klant bij Bever. Er zijn monteurs die daar al net zo lang werken. Dat zegt iets over die loyale, betrouwbare bedrijfscultuur. Dus als ik ze moet beoordelen op een schaal van 1 tot 10, dan zeg ik een 9. Omdat er altijd ruimte is voor verbetering. En ik weet dat zij voor dat ene procentje altijd open blijven staan.”
Deze pagina wordt u aangeboden door Bever Autoaanpassingen. www.beverautoaanpassingen.nl