Praktijkdeskundige Wmo: "Kerndoelgroep zit in een te strak keurslijf"

25 februari 2022 - Redactie Support Magazine

Felix-Touboul-portret Felix Touboul. Foto: Tinus Bouwmeester.

De Wmo 2015 is een mooie wet, maar er kunnen tussen bedoeling en uitvoering obstakels staan. Felix Touboul is een freelance deskundige die door gemeentes vaak wordt ingehuurd vanwege zijn grote kennis, maar ook vanwege veel praktische ervaring als het gaat om de uitvoering.

Tekst: Ad van Gaalen

Felix: “Ik ben nu 66 jaar, dus ik heb al veel meegemaakt in dit werkveld. Ik ken de Wvg van vroeger, de voorloper van de Wmo. Die Wvg was in zeker opzicht een stuk eenvoudiger. De Wet voorzieningen gehandicapten, die ging over mensen met een beperking, de naam zegt het al. Maar de Wmo beslaat heel veel verschillende terreinen, denk bijvoorbeeld aan begeleiding en opvang van daklozen.”

De Wvg is toch allang verleden tijd?

“Toch zit de Wvg, en de basisprincipes van de Wvg, nog als ware in het bloed van sommige uitvoerders. Ik word vaak ingehuurd om het beleid goed te laten vertalen naar de praktijk. De beleidsambtenaren, die weten heus wel wat de bedoeling is van de Wmo. Maar de systemen en werkwijzen die ertoe moeten leiden dat er ook in de geest van de wet wordt uitgevoerd, die laten soms te wensen over.”

Kunt u een voorbeeld geven?

“Neem nu de scootmobiel. In de Wvg gaf je die als een cliënt in zijn directe omgeving een grotere afstand moest afleggen dan hij kon lopen. Maar bij de Wmo moet je bekijken wat zo’n scootmobiel in de praktijk betekent voor iemand. Voor zijn sociale contacten bijvoorbeeld, voor de manier waarop iemand kan meedoen in de maatschappij en zelfredzaam is. Dat is veel ingewikkelder.”

Er zijn ook problemen die steeds maar terug blijven komen. De verhuisproblematiek bijvoorbeeld...

“Inderdaad, dat stuit nog vaak op problemen, ook als cliënten zelf alles al terdege hebben voorbereid. De ontvangende gemeente weet soms dat zo’n cliënt eraan komt, maar kan nog niets voorbereiden, want de cliënt mag nog niet in het systeem worden ingevoerd, mede wegens de inschrijving in de basisadministratie (BRP). Dat soort dingen. Ik heb een tip voor mensen die gaan verhuizen: heb zo vroeg mogelijk contact met zowel de vertrek- als de aankomstgemeente. Vraag bij de Wmo-afdeling waar je vertrekt het programma van eisen op, op basis waarvan je daar voorzieningen hebt gekregen en/of nodig hebt. Dat kun je dan bij de ontvangende gemeente zo op tafel leggen.”

Klinkt een beetje bureaucratisch, dat je een cliënt niet in behandeling neemt vanwege de BRP...

“Dat snap ik. Maar aan de andere kant: de BRP (Basis Registratie Personen) is aan regels gebonden, en dat is maar goed ook. De gemeente weet veel van je, en dat mag niet in verkeerde handen vallen. Zoiets ontslaat gemeenten echter niet van de onderzoeksplicht na een melding van een aanstaande inwoner die nog niet in de BRP is opgenomen. Het kan dus beter. Dat iets stagneert of niet goed gaat, ligt overigens lang niet altijd alleen aan de gemeente. Vaak, zeker bij cliënten die door bijvoorbeeld een ongeluk of ziekte beperkt zijn geworden, spelen er veel emoties. Logisch. Je bent heel wat kwijtgeraakt, en je moet dat verwerken. In zo’n situatie kunnen er soms onredelijke eisen gesteld worden. Ook daar moet de gemeente goed mee omgaan. Vaak zijn er dan communicatiestoornissen. Misschien is er te weinig begrip bij de ambtenaar voor deze emoties. En bij de cliënt is er te weinig begrip voor de beperkte mogelijkheden van de ambtenaar.”

Is de Wmo 2015 eigenlijk een goede wet in uw ogen, of zou er wat aan verbouwd moeten worden?

“Nou, nee. De wet op zich, die is wel goed. Maar de regelingen eromheen pakken soms verkeerd uit.”

Voorbeeld?

“Bekend is natuurlijk de werking van het abonnementensysteem bij de thuiszorg. Iedereen kan nu zonder toetsing voor een klein bedrag huishoudelijke hulp krijgen. Niet erg voor wie het nodig heeft, maar de gemeentes worden overspoeld door oudere mensen die bemiddeld zijn, die al lang een thuishulp betaalden uit eigen zak, en die nu bij de gemeente aankloppen. Wat te denken van een welstandig persoon die op zijn 75ste zijn rijbewijs niet verlengt, en de kosten voor vervoersvoorzieningen nu bij de gemeente komt halen? Met als gevolg een zware last voor het Wmo-budget? Dat komt de cliënten die ondersteuning echt keihard nodig hebben niet ten goede. Maar, ja, dit is bekend, bij iedereen, ook bij de politiek.”

Drie Wmo-tips

  1. Help je een hulpvraag? Maak dan meteen, nog voor de melding, gebruik van de cliëntondersteuner. Je gemeente is verplicht gratis, onafhankelijke cliëntondersteuning aan te bieden.
  2. Een melding is geen aanvraag! Na een melding volgt een onderzoek van zes weken. Daarna moet je nog formeel een aanvraag indienen.
  3. Ben je van plan te verhuizen naar een andere gemeente? Heb zo vroeg mogelijk contact met zowel de vertrek- als aankomstgemeente.

De wet is goed, maar aan de uitvoering schort het soms.

“Maar niet uit onwil. Ik ben nog nooit een ambtenaar tegengekomen die uit bezuinigingsoverwegingen expres een cliënt niet goed wilde helpen. Het zijn de systemen. U wilt weer een voorbeeld... Neem het verschil tussen een melding en een aanvraag. Dat zijn verschillende zaken. Een cliënt wil geholpen worden, en doet dan een melding. Dan volgt een informatietraject, we gaan in kaart brengen wat er aan de hand is en wat er nodig is, ja, inderdaad het keukentafelgesprek. De cliënt denkt nu: dat loopt goed. Maar na afloop van het informatietraject moet er nog formeel een aanvraag gedaan worden. Zo niet, dan komt er ook geen beslissing, ofwel beschikking zoals dat bij de gemeente heet.”

Er ligt toch een verantwoordelijkheid bij de ambtenaar om dit namens de cliënt goed in de gaten te houden?

Mee eens, maar toch loopt het daar soms spaak. Voor het informatietraject staat maximaal zes weken, voor de beslissingsfase, dus de periode tussen aanvraag en beschikking nog eens twee weken. Best krap. Ik ben er voorstander van dat een cliënt van een cliëntondersteuner gebruikmaakt. Die houdt dit allemaal in de gaten, heeft veel ervaring, handelt exclusief namens de cliënt, met alleen diens belang voor ogen.”

De Wmo-Powerkaart van Support legt de nadruk op het persoonlijk plan.

“Dat kan heel bruikbaar zijn. Dat moet in de meldingsfase gebeuren. Op de gemeentelijke werkvloer merk ik weleens dat men aarzelt als er een voorziening moet komen die buiten het kernassortiment omgaat. Zoals u weet hebben de gemeenten contracten afgesloten met leveranciers over de kernproducten. Maar in een persoonlijk plan kan naar voren komen dat er iets anders nodig is. Daar moeten goede argumenten voor zijn. Ook bij het maken van een persoonlijk plan kan de cliëntondersteuner weer een belangrijke rol spelen. Ook tijdigheid is wel van belang. Als de meldingsfase is afgelopen, ben je eigenlijk te laat. Dus nogmaals: maak gebruik van ondersteuning, zeker als de situatie ingewikkeld is.”

Support Magazine hamert altijd op zelfredzaamheid. Verdiep jezelf in de materie, zeggen wij.

“Prima, helemaal goed. Maar je hoeft ook het wiel niet opnieuw uit te vinden. Als je waterleiding stuk is huur je toch ook een expert in? Een cliëntondersteuner kan een geweldig verschil maken, zeker bij ‘nieuwe’ gehandicapten. Mensen die nog in de revalidatiefase zijn, of er net uitkomen, hebben vaak ook nog te maken met de ziektekostenverzekeraar. Ga er maar aanstaan, als je net een zwaar ongeluk hebt gehad. Ik zou trouwens wel willen dat de Wmo wat minder open zou zijn...”

Wat bedoelt u?

“Nou, de Wmo is nu heel ruim toegankelijk voor allerlei doelgroepen. De werkelijke kerngroep, mensen met zware beperking, zit in een te krap keurslijf. Als je de wildgroei - ik gaf net al een paar voorbeelden - eruit zou snijden, dan zou je de kerndoelgroep beter kunnen bedienen. Nu is er wel eens te veel aarzeling om aan mensen die het werkelijk nodig hebben voorzieningen buiten het standaardpakket te verstrekken. Jammer.”

Dit artikel was eerder te vinden in Support Magazine editie 1-2021. Wil je meer verhalen over dergelijke onderwerpen lezen? Neem een abonnement op Support Magazine! Nu al vanaf € 19,99 inclusief welkomstcadeaus.

Altijd op de hoogte blijven?