Wat doet Nederland om het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap uit te voeren? De Kamer debatteerde woensdag 3 april op verzoek van Kamerlid Westerveld met minister Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) over de implementatie van dit VN-verdrag. Daarbij ging het onder andere over de Nationale strategie en de werkagenda.
Het VN-verdrag Handicap uit 2006 regelt dat mensen met een beperking gelijke rechten hebben op het gebied van onderwijs, werk, vrije tijd en zorg. Het draait om toegankelijkheid in brede zin: van gebouwen en vervoer tot informatie en communicatie.
Nederland ondertekende het verdrag in 2016. In februari 2024 presenteerde minister Helder een Nationale strategie die ervoor moet zorgen dat ons land in 2040 aan de eisen uit het verdrag voldoet. Een volgend kabinet moet deze strategie volgens de minister vertalen in een werkagenda met concrete maatregelen.
Snelle uitvoering
We denken in Nederland altijd dat we vooroplopen, zegt De Kort (VVD), maar bij toegankelijkheid en inclusiviteit lopen we juist vaak achter. Hij hoopt dat de Nationale strategie gaat helpen om stappen naar een inclusieve samenleving te zetten. De overheid moet daarbij de standaard zetten en het goede voorbeeld geven.
Mensen met een beperking willen er gewoon bij horen en meedoen in de maatschappij, zegt Westerveld (GroenLinks-PvdA). Het is goed dat Nederland zijn handtekening onder het VN-verdrag heeft gezet, maar in de praktijk merken veel mensen daar nog te weinig van. Zij bepleit om voor deze groep stapeling van eigen bijdragen te voorkomen.
In het VN-verdrag staan heel mooie dingen, zegt El Abassi (DENK), maar mensen met een beperking ervaren een "tergende traagheid" bij het uitvoeren daarvan. Het is positief dat de minister met een Nationale strategie is gekomen. Maar 2040 is nog ver weg: kan het niet sneller?
De Nationale strategie mag geen "papieren tijger" worden, benadrukt Joseph (NSC), die vooral veel "ambtenarentaal" heeft gelezen. Zij is het eens met Krul (CDA), die vindt dat er bij het opstellen van de werkagenda niet gewacht moet worden op het aantreden van een nieuw kabinet. "Ga gewoon aan de slag", is zijn oproep.
Er is een brede, samenhangende aanpak nodig om te komen tot een toegankelijke, inclusieve samenleving, zegt Helder. Om geen beloften te doen die niet waargemaakt kunnen worden, zijn doelstellingen voor 2040 vastgelegd. Maar dit betekent niet dat er tot die tijd niets gebeurt. De minister is al bezig met de werkagenda, maar een nieuw kabinet gaat over extra uitgaven die daaruit voortvloeien.
Openbaar vervoer
De bedoeling was dat het openbaar vervoer in 2028 toegankelijk zou zijn voor mensen met een beperking, zegt Agema (PVV). Maar toen bleek dat dit niet haalbaar was, werd dit gewoon verschoven naar 2040. Hoe voorkomen we dat ook dit jaartal een "dode letter" wordt? Zij heeft onder andere twijfels over de toegankelijkheid van treinstations.
Van de treinstations voldoet circa 90% aan de eisen voor toegankelijkheid, reageert Helder: drempelvrije perrons die bereikbaar zijn met een lift of een hellingbaan, geleidelijnen in de stations en braille op de trapleuningen. In 2030 moet 100% hieraan voldoen.
Bestaanszekerheid
Mensen met een beperking verdienen gemiddeld minder, stelt Dobbe (SP) vast, maar een brood kost in de supermarkt hetzelfde en de huur is even hoog. Er moet volgens haar meer gedaan worden om deze loonkloof te dichten. Ook vreest ze dat de bezuinigingsopgave van gemeenten gevolgen zal hebben voor mensen met een beperking.
De Kamer stemt op 9 april over de tijdens het debat ingediende moties.
Kijk de eerste termijn van het debat terug:
Kijk de tweede termijn van het debat met moties terug:
Bron: Tweede Kamer