Ieder(in): 'Nieuw kabinet moet vol gaan voor inclusieve arbeidsmarkt'

16 april 2021 - Redactie Support Magazine

De verkiezingen zitten erop en de kabinetsformatie is begonnen. Hoog tijd dus om na te gaan wat het huidige beleid om mensen met een beperking aan het werk te helpen heeft opgeleverd. Niet erg veel bevestigen de meeste onderzoeken. Er is veel werkloosheid en een gebrek aan passende ondersteuning. Ieder(in) pleit er daarom voor dat het komende kabinet een nieuw beleid gaat maken. Beleid dat rekening houdt met alle mensen met een beperking.

Eén ding staat vast: de arbeidsparticipatie van mensen met een beperking is laag. In Nederland hebben 1,7 miljoen mensen een arbeidsbeperking. Hiervan kunnen vanwege hun beperking zo’n 600.000 mensen niet werken. Van de 1,1 miljoen mensen met een arbeidsbeperking die wel kunnen werken, heeft volgens het CBS bijna de helft geen baan.

Beschut werk beperkt

De banenafspraak was de belangrijkste maatregel van het kabinet om aan deze hoge werkloosheid iets te doen. De maatregel was bedoeld om meer mensen met een beperking op de reguliere arbeidsmarkt aan het werk te helpen. Daarom werd ook de toegang tot de sociale werkvoorziening afgesloten. Alleen een beperkte vorm van beschut werk bleef bestaan. De banenafspraak geldt echter slechts voor een kleine groep en dat brengt onbedoelde neveneffecten met zich mee.

Banenafspraak helpt de één maar benadeelt de ander

Het eerste dat opvalt aan de banenafspraak, is dat die slechts voor een beperkt groep toegankelijk is. Het betreft mensen met een arbeidsbeperking die in het doelgroepregister staan: nu zo’n 225.000 mensen. Het gaat voornamelijk om jongeren in de Participatiewet die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, en Wajongers met arbeidsvermogen. Voor deze twee groepen zijn de arbeidskansen de afgelopen jaren inderdaad wat verbeterd, maar de inkomenspositie is daarentegen weer verslechterd.

Doelgroepregister

Tegenover de geringe stijging in arbeidskansen, staat dat de banenafspraak onbedoelde neveneffecten heeft. Sinds de invoering van de banenafspraak in 2015 nemen veel werkgevers alleen nog mensen met een arbeidsbeperking aan die in het doelgroepregister staan (om zo een dreigend quotum te ontlopen). En ook gemeenten doen vooral hun best om deze groep aan het werk te helpen. Het directe gevolg is dat de arbeidskansen voor de rest zijn verslechterd. Te weten: de vele honderdduizenden mensen met een arbeidsbeperking die buiten het doelgroepregister vallen. Volgens berekeningen van Ieder(in) betreft dit grofweg 800 duizend mensen.

Hoe sterk de kans op werk voor sommige groepen is verminderd, mag blijken uit het volgende cijfer. Het SCP constateerde onlangs dat de kans op werk voor mensen die vroeger in aanmerking zouden zijn gekomen voor de sociale werkvoorziening, is gedaald van 55% naar 40%.

Ook kwaliteit van werk laat te wensen over

De meeste deskundigen zijn het erover eens dat de arbeidsparticipatie per saldo de laatste jaren nauwelijks is toegenomen. De arbeidsparticipatie is echter niet het enige probleem. Ook de kwaliteit van het werk laat te wensen over: het aantal jonggehandicapten dat een vaste baan vindt is in iets meer dan tien jaar ruim gehalveerd. Verder ontvangen wij veel signalen dat mensen met een beperking onder hun niveau werken.

Lees de rest van het artikel op de website van Ieder(in). De koepelorganisatie heeft ook een uitgebreid achtergrondartikel gemaakt over wat er nodig is om te komen tot een inclusieve arbeidsmarkt. Dat kun je hier downloaden.

(Bron: Iederin)

Altijd op de hoogte blijven?