Het wetsvoorstel ‘Resultaatgericht beschikken’ is na inspanningen van Ieder(in) en cliëntenorganisaties ingetrokken. Maar via een achterdeur proberen gemeenten deze manier van werken toch te behouden. Bij ‘resultaatgericht beschikken’ in de Wmo geeft de gemeente geen urenindicatie, maar een (vaak vage) omschrijving van het resultaat. Bijvoorbeeld: ‘een schoon huis’. Zowel cliëntenorganisaties als de rechter zijn hier kritisch over.
In de afgelopen jaren hebben Ieder(in) en andere cliëntenorganisaties zich ingezet om de praktijk van ‘resultaatgericht beschikken’ te stoppen. De organisaties vinden het goed dat staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS) het wetsvoorstel heeft ingetrokken. Ieder(in) en cliëntenorganisaties waren kritisch over resultaatgericht werken om de volgende redenen:
- Zonder urenindicatie is de rechtspositie van cliënten onvoldoende gewaarborgd: ze weten niet op hoeveel uur ondersteuning ze kunnen rekenen.
- Resultaatomschrijvingen als een ‘schoon en leefbaar huis’ blijven vaak vaag en algemeen.
- Cliënten moeten dan onderhandelen over hoeveel zorg zij krijgen, terwijl zij een ongelijke positie hebben ten opzichte van zorgaanbieders.
- De werkwijze maakt het mogelijk voor gemeenten en zorgaanbieders om minder zorg en ondersteuning te bieden. De invoering van resultaatgericht werken gaat vrijwel overal gepaard met bezuinigingen.
Ook de Centrale Raad van Beroep (de hoogste bestuursrechter in sociale zekerheidszaken) is kritisch en heeft gemeenten die resultaatgericht beschikten keer op keer teruggefloten.
Gemeenten gaan door onder noemer 'gepast beschikken'
Nu het wetsvoorstel is ingetrokken, willen gemeenten toch het resultaatgericht werken regelen via een handreiking ‘gepast beschikken’. Zonder cliëntorganisaties te betrekken bij deze plannen. Pas in het allerlaatste stadium heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een beperkt aantal cliëntorganisaties over dit kader geraadpleegd.
De bezwaren van Ieder(in) en andere cliëntorganisaties tegen resultaatgericht beschikken, zijn met een handreiking niet weggenomen. Ze willen dat gemeenten stoppen met resultaatgericht beschikken. In plaats daarvan moeten de rechtspositie van de burger en de kwaliteit van de ondersteuning centraal staan, net als langdurige beschikkingen voor mensen met een blijvende ondersteuningsvraag. Ieder(in) roept staatssecretaris Van Ooijen op om duidelijkheid te verschaffen en gemeenten duidelijk te maken dat zij hun werkwijze moeten aanpassen.
(Bron: Iederin)