De Raad van de Europese Unie heeft overeenstemming bereikt over zijn onderhandelingsstandpunt (algemene oriëntatie) over de richtlijn tot vaststelling van de Europese gehandicaptenkaart en de Europese parkeerkaart voor personen met een handicap.
"Vandaag hebben we een akkoord bereikt tussen de EU-lidstaten over de nieuwe Europese gehandicaptenkaart en de Europese parkeerkaart voor personen met een handicap", meldt Pablo Bustinduy, minister van Sociale Rechten, Consumentenzaken en Agenda 2030 van Spanje. "Wanneer een EU-land bijzondere voorwaarden of een voorkeursbehandeling biedt voor zijn burgers met een handicap, zullen deze ook gelden voor gehandicapte burgers uit een ander EU-land die voor een korte periode naar dat land reizen of er op bezoek gaan. Reizen door de Europese Unie is een ongelooflijk verrijkende ervaring en moet gemakkelijk en toegankelijk zijn voor alle EU-burgers, zonder uitzonderingen."
Eén kaart voor toegankelijk reizen door de EU
De richtlijn moet ervoor zorgen dat personen met een handicap in de hele EU bijzondere voorwaarden of voorkeursbehandeling kunnen genieten wanneer ze voor korte tijd naar een ander EU-land gaan. Het kan gaan om verlaagde of nultarieven, prioritaire toegang, bijstand en gereserveerde parkeerplaatsen. De nieuwe regels omvatten culturele en vrijetijdsevenementen, sport- en strandfaciliteiten en vervoersdiensten.
Voorts kunnen de lidstaten besluiten dezelfde maatregelen toe te passen voor verblijven van langer dan 3 maanden, bijvoorbeeld voor EU-mobiliteitsprogramma's.
De nationale autoriteiten zullen verantwoordelijk zijn voor de afgifte van fysieke en digitale Europese gehandicaptenkaarten in een praktisch formaat. De kaarten worden in de hele EU erkend als bewijs van een handicap.
Talen
De Raad heeft rekening gehouden met de meertaligheid. De lidstaten zullen daarom tweetalige kaarten kunnen uitgeven, met daarop zowel het Engels als hun landstaal. De lidstaten krijgen ook de mogelijkheid om een QR-code op de kaart te zetten daar dit het meest doeltreffende en gemakkelijke instrument is om fraude te voorkomen.
Bestaande parkeerkaarten
Om een uniforme uitvoering en wederzijdse erkenning in de hele Unie te garanderen, moet de Europese parkeerkaart 5 jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn alle bestaande parkeerkaarten voor grensoverschrijdende mobiliteit hebben vervangen. De parkeerkaart zal in fysieke vorm worden afgegeven, conform de algemene oriëntatie van de Raad. De afgifte van een digitale Europese parkeerkaart blijft vrijwillig voor de lidstaten.
Nieuwe versie van de Europese parkeerkaart. Foto: Europese Unie.
Bewustmaking
Zowel de lidstaten als de Commissie zullen verantwoordelijk zijn voor het informeren van personen met een handicap over de Europese gehandicaptenkaart en de Europese parkeerkaart voor personen met een handicap, en over de bijzondere voorwaarden die hun worden geboden.
Volgens de door de lidstaten overeengekomen tekst komt er een EU-website met informatie over deze kaarten, die in alle EU-talen en alle toegankelijke formaten beschikbaar zal zijn.
Gegevensbescherming
De lidstaten kwamen overeen de gegevensbescherming te verbeteren. In de tekst van de Raad wordt verduidelijkt dat de gegevens in de digitale kaart zullen worden versleuteld en beschermd tegen onrechtmatig gebruik. Daarnaast worden foto en handtekening van de fysieke kaart verwijderd.
Achtergrond en volgende stappen
De voorgestelde richtlijn maakt deel uit van de EU-strategie voor de rechten van personen met een handicap 2021-2030. Deze bouwt voort op een proefproject voor een Europese gehandicaptenkaart, dat in 8 lidstaten liep, en op de reeds bestaande Europese parkeerkaart voor personen met een handicap, die gebaseerd was op een eerdere vrijwillige EU-regeling.
Het voorstel van de Commissie werd in september aangenomen en sindsdien is binnen de Raad op technisch niveau intensief gewerkt om tot een onderhandelingsstandpunt te komen. De onderhandelingen over de definitieve vorm van de richtlijn zullen naar verwachting zo spoedig mogelijk van start gaan zodra het Europees Parlement begin 2024 over zijn mandaat heeft gestemd.
(Bron: Raad van de EU)