Chef de mission Esther Vergeer had het getal al eerder uitgesproken: vijf. Dat is het aantal medailles dat de Nederlandse paralympische ploeg wil halen. Daarbij heeft Vergeer alle factoren mee laten wegen.
Vijf is een bescheiden aantal, gezien de drie regerende wereldkampioenen in het team, goed voor zeven wereldtitels. Hoe zit dat? "We hebben gekeken naar de resultaten de afgelopen maanden en jaren. Uiteindelijk hebben we die ondergrens van vijf medailles gesteld. De kleur? Maakt niet uit", legt Vergeer uit.
Lachend voegt ze eraan toe: "We hebben met onze negen sporters kans op 33 medailles." Voor dat aantal zou elke Nederlandse start een medaille op moeten leveren. Dat is onwaarschijnlijk, zoniet onmogelijk. Maar hoe komt Vergeer dan aan dat aantal van vijf? “We hebben ook rekening gehouden met het feit dat het buitensporten zijn. Het weer en de sneeuw kunnen een enorme invloed hebben op de uiteindelijke resultaten. Daar hebben we rekening mee gehouden.”
Sneeuw, wind en dooi
Dat het met het weer alle kanten op kan, bewezen de afgelopen dagen wel. Na de eerste officiële training op woensdag werden de trainingen van gisteren en vandaag afgelast. Sneeuw en wind lieten het niet toe goede trainingen af te werken. Voor de komende dagen gaan de voorspellingen voor de temperaturen ook van vorst tot ver in de plus. Vergeer staat er als oud-rolstoeltennisster enorm van te kijken hoe de sporters daarmee omgaan.
"Ik zou daar echt niet mee om kunnen gaan", erkent ze. "Ik heb me enorm verwonderd met hoe de sporters daarmee omgaan. Het is hun wereld, ze zijn het gewend. Als een training niet doorgaat, gaat meteen de knop om. Dan gaan ze iets anders doen en kijken of ze de volgende dag een paar afdalingen kunnen maken. Die omschakeling kunnen zij zo snel maken, omdat ze dit al jaren doen. Dat ze nu pas één echte training hebben gehad hier, is voor hen gewoon een feit; geen probleem."
Vertrouwen
Morgen staat voor de alpineskiërs de afdaling op het programma. Voor Vergeer een spannend moment. "Ik merk dat de sporters op de berg in hun meest comfortabele omgeving zijn", zegt ze. "Dat hoop ik morgen ook te zien: dat ze zich thuis voelen en aan de wereld en zichzelf kunnen laten zien waartoe ze in staat zijn. Ik hoop op blije gezichten en enorm veel energie. Als de sfeer goed is en goed blijft, is ook het vertrouwen op de piste optimaal."
(Tekst: Robin Wubben/Parawatcher)