Chanine Vriezen, 32 jaar, uit Doetinchem
“Paradarten, zoals de sport officieel heet, is geen heel grote sport in Nederland. Er zijn zo’n vijftig geregistreerde spelers. Zelf ben ik begonnen doordat ik darten keek op televisie. We hadden thuis een dartbord hangen en toen ben ik zelf gaan gooien. Hoe vaak ik het doe? Te weinig. Ik zou meer moeten trainen, maar lichamelijk gaat dat nu even niet. Voor toernooien doe ik wel wat meer, maar ik zou echt veel meer moeten oefenen om beter te worden.
Vooral het sociale vind ik leuk. Ik ga ook naar het buitenland voor toernooien en de ontmoetingen met verschillende mensen; dat maakt de sport interessant. Het is zeker een sport voor iedereen. Op toernooien is er een splitsing tussen rollers, zoals ik, en staande spelers. Darten is heel laagdrempelig. Iemand die wil beginnen, kan thuis een dartbord ophangen, een paar dartpijlen kopen en beginnen. En in het paradarten kun je ook al snel meedoen met nationale rankingtoernooien; daar kom je spelers van allerlei niveaus tegen. Meedoen aan een toernooi voelt misschien als een grote stap, maar die drempel is er eigenlijk niet.”
Op de website van de Nederlandse Darts Bond (NDB) is meer informatie te vinden over paradarten en de nationale toernooien. Klik in het menu op ‘Dartssport’ en ‘Mindervaliden’.
(© Mathilde Dusol)