“Doen jullie dat altijd?” vraagt de museummedewerker terwijl ik met haar door het museum rol. Het duurt even voor ik doorheb wat ze bedoelt. “Dat knikje?” Er was zojuist iemand met een rolstoel gepasseerd en we hadden elkaar even een begripvol knikje toegeworpen, ondanks dat we elkaar nooit eerder hadden gezien. “Goh”, antwoord ik. “Ik denk dat het eigenlijk wel een ding is ja.” Ik denk terug aan de vele keren dat ik ergens door de stad reed en even oogcontact maakte met de rolstoeler die mij passeerde. Of die ene keer dat er een onbekende rollende toerist midden op de Dam z’n arm naar me uitstak om in het voorbijgaan tot een high five te komen. Leren handschoen tegen leren handschoen, zonder er verder woorden aan vuil te maken. We vervolgden allebei onze weg met de grootste vanzelfsprekendheid.