De banenafspraak
Iedereen verdient een gelijke kans op een baan die bij hem past, maar in de praktijk is dat anders. Daarom hebben de overheid en werkgevers in 2013 afgesproken extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Deze banenafspraak die in 2015 in de wet werd vastgelegd, wordt nu vereenvoudigd.
Overheid en werkgevers spraken in 2013 af om 125 duizend extra banen te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking. Werkgevers uit de marktsector moesten samen 100 duizend banen realiseren, de overheid zou voor de resterende 25 duizend zorgen. Het idee achter dit plan, dat de naam ‘banenafspraak’ kreeg, is simpel: werkzoekenden met een beperking krijgen meer kansen op een betaalde baan. Dit helpt niet alleen de mensen zelf, maar ook bedrijven en organisaties die kampen met personeelstekorten.
De banenafspraak richt zich op mensen die door een beperking niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, maar wel kunnen werken. De mensen die in aanmerking komen voor werk via de banenafspraak staan in het zogenaamde 'doelgroepregister'.
Begeleiding (ook voor werkgevers)
Heeft iemand die aan de slag gaat extra ondersteuning nodig, dan kan dat. Dat varieert van praktische hulpmiddelen (zoals een aangepast bureau of software) tot begeleiding door een jobcoach. Werkgevers krijgen hulp om deze ondersteuning te regelen als ze iemand uit het doelgroepregister aannemen. Zo zijn er loonkostensubsidies, jobcoaches en regelingen zoals een proefplaatsing. Ook zijn er algemene subsidies en belastingvoordelen om de drempel voor werkgevers te verlagen, zoals loonkostenvoordeel en een no-riskpolis.
Quotemregeling
Tot zover de uitleg. De afgelopen jaren zijn er flinke stappen gezet, maar het blijkt soms lastig voor werkgevers om personen met een handicap te zien als talentvolle werknemers waar je als bedrijf meer aan hebt dan het je kost. Precies daarom is bij de wetsinvoering in 2015 al een quotumregeling in het leven geroepen: als werkgevers niet genoeg banen creëren, kunnen ze een boete krijgen. Dit moest de druk wat opvoeren.
Maar werkt dit ook echt? In datzelfde jaar schreven Rienk Prins en Daniël van Vuren in economievakblad ESB al dat het quotum maar een beperkt werkgelegenheidseffect heeft. De invoering ervan kon volgens de twee leiden tot het weren van de mensen met een handicap die níet onder de banenafspraak vallen. Die voorspelling komt nu uit in de praktijk: mensen met een handicap worden vaak alleen aangenomen als ze in het doelgroepsregister staan.
Bonus, geen boete
Dit dilemma wordt aangepakt met het huidige wetsvoorstel Vereenvoudiging van de banenafspraak. De doelgroep wordt vanaf 2026 uitgebreid met mensen in de Wajong zonder arbeidsvermogen en mensen met een IVA-uitkering die werken met loondispensatie. Verder wordt de quotumregeling vervangen door een inclusiviteitsopslag, waarbij werkgevers die iemand uit het doelgroepsregister in dienst nemen straks een bonus krijgen van ongeveer 5.000 euro per gerealiseerde baan. Dit in plaats van de tot nu toe geldende - maar nooit opgelegde - boete bij niet-gerealiseerde banen.
Moties
Afgelopen februari ging de Tweede Kamer akkoord met het wetsvoorstel. Daarnaast zijn er moties aangenomen die de arbeidsmarkt toegankelijker moeten maken. Een belangrijke motie betreft het herzien van de toekenning van werk- en/of vervoersvoorzieningen, zodat die beter aansluiten bij de behoeften van werknemers met een arbeidsbeperking. Een andere motie vraagt om onderzoek naar extra stimulansen om werkgevers te ondersteunen bij het aanbieden van vaste contracten. Dit kan bijdragen aan meer werkzekerheid voor mensen met een arbeidsbeperking en een betere integratie op de arbeidsmarkt.
NB: Het wetsvoorstel Vereenvoudiging van de banenafspraak lag op het moment van schrijven bij de Eerste Kamer.
Ervaring in de praktijk
Maar hoe is het eigenlijk om via die banenafspraak aan de slag te gaan? Dena Huegen is al een aantal jaren werkzaam bij de politie, op de afdeling drugszaken. Ze heeft inmiddels een vaste aanstelling, maar begon via de banenafspraak. “Eigenlijk wilde ik helemaal niet via de banenafspraak aan het werk komen”, vertelt ze. “Het geeft je namelijk een bepaald stempel. Iemand zou je moeten aannemen vanwege je talenten en niet omdat je een handicap hebt. Ik wilde al heel lang bij de politie werken, maar de politieacademie was met mijn spierziekte geen optie. Dus ben ik Mbo Juridisch Werk gaan studeren. Ik mocht stagelopen bij de politie en na die stage wilde ik graag blijven. Op dat moment kon ik geen bestaande functie vervullen, dus werd er gekeken of er een mogelijkheid was via de banenafspraak. De politie had hier toen nog geen ervaring mee, maar inmiddels zijn er meerdere mensen langs deze weg aangenomen. Ik dus ook.”
Iemand zou je moeten aannemen vanwege je talenten, niet omdat je een handicap hebt.
Op de werkvloer
Ook Zoë Bakker-Heskes is blij met de uitbreiding van de doelgroep. Zij is recruiter voor de banenafspraak bij Rijkswaterstaat én vervult deze functie zelf vanuit de banenafspraak. “Nu kom ik in mijn werk nog vaak mensen tegen die een Wajonguitkering hebben en er daarom van uitgaan dat ze onder de banenafspraak vallen”, zegt ze. “Maar dat is dus op dit moment niet zo wanneer er op papier geen arbeidsvermogen is. Ook bij werkgevers is hier vaak verwarring over. Ik hoop dat ze uiteindelijk de doelgroep nog breder gaan trekken, zodat mensen met een WIA-uitkering er ook onder gaan vallen. Vanuit deze doelgroep krijgen wij namelijk ook veel aanvragen binnen en we proberen dan altijd te kijken wat er mogelijk is, maar als je niet in het doelgroepregister staat, is er gewoon minder mogelijk. Eigenlijk hoop ik nog het meest dat de banenafspraak straks niet meer nodig is, en dat iedereen evenveel kansen heeft op een baan.” Na een glimlach vult ze aan: “Maar dat kan pas als onze samenleving inclusief is en dat is op dit moment nog ver weg, helaas. Ondanks dat deze regeling niet nodig zou moeten zijn en voor velen aanvoelt als een stempel, zijn er wel meer kansen en mogelijkheden.”
Eigenlijk hoop ik nog het meest dat de banenafspraak straks niet meer nodig is.
Geen onderscheid
Naast de uitbreiding van het doelgroepregister en het afschaffen van de ‘quotumboete’, wordt er in het wetsvoorstel ook geen onderscheid meer gemaakt tussen de marktsector en de overheid. Op dit moment moet de marktsector 100 duizend banen creëren en de overheid 25 banen; dat onderscheid verdwijnt. Hoe de samenvoeging van de twee groepen er precies uit gaat zien, is op dit moment niet bekend. Vermoedelijk zal dit ook nog wel even op zich laten wachten; de overheid spreekt van ‘niet eerder dan 2027’. Dena denkt dat het voor de overheid moeilijker is om de banen te creëren dan voor de markt: “Ik zie het zelf bij de politie. Wij hebben vaststaande budgetten en functies, en dat maakt het moeilijk om het noodzakelijke maatwerk te leveren. Uiteindelijk is het mij en inmiddels ook anderen gelukt, maar het was een hele zoektocht en strijd.”


