
Sinds februari hebben we een Nationale strategie voor implementatie van het VN-verdrag Handicap. Deze strategie moet de positie van mensen met een beperking flink verbeteren. Het initiatief hiervoor kwam van Lucille Werner, inmiddels oud-Tweede Kamerlid. Dit artikel uit Support Magazine editie 3 van 2024 lees je nu terug op de site.
Tekst: Thijs de Lange | Foto’s: Stijn Ghijsen, Dirk Hol (ANP)
Afgelopen februari heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de strategie vastgesteld. Het doel is om in 2040 een volledig toegankelijk en inclusief Nederland te hebben. De basis hiervoor werd gelegd na een motie van Lucille Werner in oktober 2022. Lucille, vooral bekend als tv-presentatrice, was op dat moment Tweede Kamerlid namens het CDA. Haar motie werd mede ondertekend door Lisa Westerveld (GroenLinks) en Mohammed Mohandis (PvdA). Waar die twee nog altijd in de Tweede Kamer zitten, verliet Lucille de politiek na de verkiezingen van 2023.
Waarom heb je in 2022 de oproep gedaan voor een nationale strategie?
“Nederland heeft in 2016 het VN-verdrag Handicap geratificeerd, maar er was in 2022 nog steeds geen actieplan om dat te implementeren. Ik vond dat er op alle levensterreinen een strategie moest zijn. Het is belangrijk dat verschillende ministeries bij die strategie betrokken zijn en dat die strategie ook over kabinetten heen geformuleerd wordt. Zodat een nieuw kabinet de plannen niet zomaar van tafel kan vegen. Door de nationale strategie moet de overheid eindelijk aan de bak.”
Tot nu toe is de coördinatie van het VN-verdrag Handicap belegd bij het ministerie van VWS. De nu 56-jarige geboren Eindhovense ziet liever dat dat een ander ministerie is. “We kijken nog steeds naar mensen met een handicap vanuit een zorgbril, daar moeten we vanaf. De uitvoering van het VN-verdrag moet naar het ministerie van Sociale Zaken of Binnenlandse Zaken.”
Concrete veranderingen
De nationale strategie is opgesteld in twee delen. In het eerste deel worden belangrijke principes genoemd, gebaseerd op de zogenaamde grondbeginselen van het VN-verdrag Handicap. Hierbij gaat het om thema’s als gelijkwaardigheid tussen mensen met een handicap en zonder handicap, zelf de regie kunnen voeren over je eigen leven en toegankelijkheid, ook in communicatie. Daarnaast gaat dit deel in op bestaanszekerheid en je overal welkom kunnen voelen. Dit is gesneden koek voor mensen die het VN-verdrag een keer gelezen hebben. Maar het is ook erg algemeen, aangezien alle landen die lid zijn van de Verenigde Naties zich hierin moeten kunnen vinden.
In het tweede deel van de nationale strategie worden die belangrijke principes uitgewerkt in concretere beoogde veranderingen. In dit deel wordt het VN-verdrag in feite vertaald naar de Nederlandse context. Dit gebeurt – in lijn met het VN-verdrag – aan de hand van zeven levensdomeinen, zoals werk en inkomen, onderwijs en ontwikkeling en veiligheid en rechtsbescherming. Opvallend hierbij is dat de strategie niet alleen ingaat op de bestaanszekerheid van de mensen met een handicap zelf – ‘werken moet lonen’ – maar ook op hun mantelzorgers. Zij moeten gezien worden als een “volwaardig onderdeel van het team rondom iemand met een beperking” en moeten daar ook voor beloond worden, staat er te lezen.
Hoe is het nu gesteld met toegankelijkheid en inclusie in Nederland?
“Nog niet goed, zowel op fysieke toegankelijkheid als sociale toegankelijkheid. Ik was laatst in de nieuwe bibliotheek van Almere. Dat is dus een nieuw gebouw, maar het is allesbehalve toegankelijk. Er zijn geen gehandicaptenparkeerplaatsen voor de deur, waardoor je nog een stuk moet lopen voordat je bij het gebouw bent.”
Lucille voelt zich sociaal ook nog niet helemaal welkom: “Waar ik ook kom, merk ik toch dat ik aan het compenseren ben. Je wilt de ander niet in verlegenheid brengen. Vroeger heb ik gesolliciteerd als serveerster in de horeca. De baas geloofde wel dat ik dat kon, maar hij twijfelde over wat de klanten daarvan zouden vinden.”
Hoe verandert de nationale strategie dit?
“De nationale strategie brengt een golfbeweging op gang. De bedoeling is dat het nu geladen wordt. Ik bedoel daarmee: dat er gewerkt wordt aan de uitvoering van de nationale strategie. Het geeft de richting aan tot 2040. De bedoeling is dat er tot die tijd om de vijf jaar een zogenaamde werkagenda wordt vastgesteld. Hierin worden de doelstellingen uit het tweede deel van de nationale strategie omgezet in nóg concretere acties. Hij wordt opgesteld door verschillende ministeries, mensen met een beperking zelf en hun belangenbehartigers.”
Wat moet er volgens jou in de eerste werkagenda voor de komende vijf jaar staan?
“Een toegankelijker en inclusiever Nederland moet beginnen bij scholing, werk en vervoer. Het onderwijs is de plek waar je je ontwikkelt en in contact komt met anderen. Voor mensen met een beperking is werk ook heel belangrijk. Daar kun je zichtbaar zijn en verdien je je geld, waardoor je een gevoel van eigenwaarde krijgt en je zelfredzaam kunt zijn. En je moet naar werk en school kunnen reizen.”
Had je niet liever zelf politiek betrokken willen zijn bij de formulering van die werkagenda?
“Ik heb zelf besloten om niet verder te gaan in de politiek. Het was heel leuk, maar ik wist dat het CDA na de verkiezingen kleiner zou worden. Dat zou betekenen dat ik er ook andere portefeuilles naast moest gaan doen. Ik zie mezelf niet als een breed geörienteerde politica. Met de nationale strategie heb ik mijn doel bereikt.”
De nationale strategie gaat uit van het sociale model, waarbij de samenleving verantwoordelijk is voor toegankelijkheid en inclusie en niet het individu met een beperking. Extra kosten moeten worden vergoed als iemand niet met het openbaar vervoer kan. Maar hebben mensen met een handicap niet ook recht op een fiets als recreatie – en dus niet alleen als alternatief vervoersmiddel? Met andere woorden: raken we als mensen met een handicap niet ook de regie kwijt als we de verantwoordelijkheid hiervoor bij de samenleving leggen?
“We moeten niet denken dat de overheid het voor ons mensen met een handicap oplost. Voor het grootste gedeelte moeten we zelf aangeven wat we nodig hebben. Daarnaast moeten gemeenten maatwerk leveren en niet in hokjes denken. Tegelijkertijd: je kan een strategie niet bouwen op individuele wensen.”
De politiek doet veel beloftes, niet altijd worden die nagekomen. Wat zegt mij dat Nederland in 2040 inderdaad volledig toegankelijk en inclusief is?
“Dat vind ik doemdenken. We hadden hiervoor een VN-verdrag zónder nationale strategie. Ik zou het resultaat het liefst morgen willen zien, maar dat kan niet. Tegelijkertijd moeten we anderen niet het mes op de keel zetten. Alleen bewustwording vraagt al wat. Ik interviewde laatst twee studenten die zeiden: ‘We komen mensen met een handicap niet tegen.’ We moeten onszelf meer laten zien en het tenminste een kans geven.”
Hoe ziet zo’n toegankelijk en inclusief Nederland er wat jou betreft uit?
“In zo’n Nederland kijken we niet meer op als er iemand met een handicap ergens binnenkomt. Dan is het invalidentoilet geen bezemkast meer. We denken dan bij alles wat we maken breder, waarbij mensen met een handicap niet onderaan het diversiteitslijstje staan.”
Lucille Werner: Lingo-presentatrice en belangenbehartiger
Lucille Werner (1967) is bij het brede publiek bekend als oud-presentatrice van Lingo. Daarnaast werkte ze via diverse andere televisieprogramma’s en haar eigen Lucille Werner Foundation aan de zichtbaarheid van mensen met een beperking. Van maart 2021 tot december 2023 werkte ze als Tweede Kamerlid voor het CDA aan de positie van mensen met een handicap.
Interview staatssecretaris Vicky Maeijer
In editie 5 - verschijning 1 november 2024 - interviewt Thijs de Lange de nieuwe staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke Zorg Vicky Maeijer. Wat zijn haar plannen voor mensen met een beperking? Bestel het losse nummer hier, (beschikbaar vanaf verschijning van het nummer) of neem een abonnement op Support Magazine.
Dit artikel verscheen eerder in Support Magazine, editie 3 van 2024. Je kunt het nu gratis online teruglezen.