
Tekst: Thijs de Lange | Foto’s: Donald Schalk
Het had weinig gescheeld of Carmen Vukman (30) was helemaal geen dramatherapeut geworden. Toen haar toenmalige vriendin op de open dag van een hogeschool bij de opleiding muziektherapie wilde gaan kijken, kwamen ze terecht bij wat de roeping voor Carmen bleek. “We liepen de verkeerde ruimte binnen, en kwamen terecht bij de voorlichtingsbijeenkomst voor dramatherapie. Toen we eenmaal in de kamer waren, vonden we het asociaal om zomaar weg te lopen. We luisterden naar wat er verteld werd en ik dacht: dit is het! Je doet aan toneel én het is sociaal werk.”
Carmen heeft altijd al toneel gespeeld. Dat was een belangrijk houvast in haar jeugd. Werd ze in het dagelijks leven nogal eens met de nek aangekeken, op het toneel stond ze in het middelpunt. Ze besloot de opleiding te gaan volgen.
Generale repetitie
Het verschil tussen dramatherapie en gewone therapie is dat je niet alleen praat, maar samen met de therapeut scènes helemaal uitspeelt. Overigens zonder dat het een verkleedpartij wordt. Die scènes kunnen zowel over negatieve ervaringen uit het verleden gaan, als over gewenste positieve belevingen in de toekomst.
Volgens Carmen werkt dramatherapie veel sneller dan gewone therapie. “Je brein maakt geen onderscheid tussen echte en neppe ervaringen. Als je jezelf nieuw gedrag wilt aanleren en je moet je in het echte leven voor het eerst anders gaan opstellen, dan is het makkelijker als je dat in een veilige ruimte al hebt geoefend. Het is een generale repetitie waarvan je brein denkt dat het al echt is.”
Ik merkte dat het een toevoeging is dat ik zelf een handicap heb.
Carmen geeft dramatherapie aan koppels en gezinnen, maar ook aan mensen met een negatief zelfbeeld. Dat laatste komt door een stage die ze tijdens haar opleiding volgde. “De docent die de zelfbeeldmodule gaf, werd mijn stagebegeleider. Daardoor ben ik helemaal in dat onderwerp getraind.” Ze vervolgt: “Ik merkte dat het een toevoeging is dat ik zelf een handicap heb. Mensen krijgen therapie van iemand met duidelijke imperfecties, waardoor mijn boodschap dat je niet perfect hoeft te zijn voor een positief zelfbeeld, realistischer overkomt.” Carmen is geboren met dwerggroei.
Vrienden kiezen
Zelf heeft Carmen nooit een negatief zelfbeeld ontwikkeld. Al voelde ze zich op de middelbare school niet altijd senang. “Ik had onzekerheden over mijn lichaam. Ik had liever dat mensen dachten ‘goh, wat een stuk’ dan ‘wat loopt daar nou?’. Maar dat was meer een deuk in mijn zelfvertrouwen; ik vond mezelf verder best wel leuk. Ik heb het geluk dat ik een stevige moeder en dito zusje heb.”
Carmen ziet dat veel van haar cliënten die steun niet hebben. Sterker nog: ze voelen zich vaak eenzaam. “Het probleem bij een negatief zelfbeeld is niet dat je iets vervelends meemaakt, maar dat er niemand is bij wie je je verhaal kunt doen.” Ze drukt haar cliënten op het hart dat ze het zichzelf niet moeten verwijten dat ze niet uit een warm nest komen. De crux zit ‘m erin dat je niet meer de mensen moet opzoeken die je negatieve zelfbeeld voeden. “Je ouders kun je niet kiezen, maar nu je volwassen bent, kun je je vrienden wel kiezen.”
Aan de bel trekken
Carmen ervaarde zelf tegenslagen toen ze na haar studie ging solliciteren. Al op de open dag van de opleiding kreeg ze te horen dat er maar weinig banen zijn voor dramatherapeuten. Prima, dacht Carmen, ik heb er toch maar een nodig. Toch heeft het 47 sollicitaties geduurd voordat ze werd aangenomen. Men was bang dat ze in onveilige situaties terecht zou komen.
Die afwijzingen deden ook wat met Carmen. “Ik moest huilen en ik ging allerlei dingen voor mezelf kopen. Op een gegeven moment dacht ik: dit wordt ‘m niet.” Het feit dat ze al die 47 afwijzingen weer vergat toen ze wel werd aangenomen, maakte haar duidelijk dat ze geen negatief zelfbeeld heeft. “Bij iemand met een negatief zelfbeeld is een succesvolle sollicitatie echt niet genoeg. De fundering is dan: ik ben niet goed genoeg.” Volgens Carmen is dat het moment om aan de bel te trekken.
Werken aan positief zelfbeeld: vijf kerngedachten
Er schuilt in ieder mens een negatief en een positief stemmetje, aldus de dramatherapeut. Bij mensen met een negatief zelfbeeld is dat positieve stemmetje óf afwezig, óf te zacht. De kunst is om dat positieve stemmetje meer ruimte te geven. Carmen vertelt haar cliënten: “Schrijf eerst op wat je denkt over jezelf, dat zijn vaak vijf kerngedachten. Focus je vervolgens op de bewijzen dat je negatieve zelfbeeld niet klopt. Schrijf per week vier van die bewijzen op: waar was je, met wie was je, wat gebeurde er, en hoe was het bewijs in tegenspraak met je negatieve zelfbeeld?”
Het lukt niet van de ene op de andere dag om een negatief zelfbeeld te veranderen, sterker nog: na zes sessies is het de bedoeling dat de cliënten van Carmen er een jaar lang zelf mee aan de slag gaan. “Je negatieve zelfbeeld is een snelweg die je kent. Je positieve zelfbeeld is een nieuw weggetje dat je aan het aanleggen bent. Als je daar niet vaak genoeg overheen rijdt, groeit het weer dicht. In de zes sessies creëren we een nieuw pad, maar je moet het zelf asfalteren.”
Dit artikel verscheen in uitgebreidere vorm in Support Magazine editie 4 van 2024. Het is iets aangepast voor online gebruik in 2025.