Saksen-Anhalt ligt in het midden van Duitsland en staat bekend om zijn uitgestrekte natuurgebieden, kastelen en historische stadjes met schilderachtige vakwerkhuizen. Eelke ging op ontdekkingstocht naar drie plaatsen die typerend zijn voor deze deelstaat: Maagdenburg, Quedlinburg en Wernigerode.
Als ik word uitgenodigd voor een persreis naar Saksen-Anhalt voelt dat alsof ik een envelop trek met een verrassingsreisje. Benieuwd naar wat dit deel van Duitsland voor ons in petto heeft, stappen mijn vriend en ik begin oktober in mijn aangepaste bus en rijden we 500 kilometer richting het oosten. Onze eerste stop na zes uur: de hoofdstad Maagdenburg.
Maagdenburg
Maagdenburg, gelegen aan de Elbe, is dankzij de vele parken een van de groenste steden van Duitsland. In 968 werd de stad gesticht door Otto I, de eerste keizer van het Heilige Roomse Rijk. Later, in de middeleeuwen, werd Maagdenburg een van de machtigste steden. Na de verwoestende WOII kwam de stad in Oost-Duitsland te liggen. Om de omgeving snel te leren kennen, stappen we op het centrale marktplein (Alter Markt) in de dubbeldekker voor een citytour. Beneden is er een plekje voor rollers gereserveerd, de chauffeur klapt een plank voor je uit. De DDRgebouwen vind je nog overal terug, afgewisseld met moderne architectuur en enkele prachtige middeleeuwse pronkstukken. Ik krijg zin om langs de Elbe te slenteren en van het uitzicht te genieten op een van de bruggen.
Weer uit de bus ontmoeten we voor de ingang van de Dom onze Nederlandse gids Herman. Hij vertelt met veel liefde over de geschiedenis van dit indrukwekkende gotische bouwwerk, waarvan de bouw al startte in 1207. Het naastgelegen, recent geopende Dommuseum Ottonianum is ook een aanrader.
Het meest verrast worden we die middag door het sprookjesachtige roze bouwwerk van de Oostenrijkse kunstenaar Hundertwasser: de Groene Citadel. Groene daken, klimplanten, binnentuinen en bomen die uit de ramen lijken te groeien. De paadjes zijn geïnspireerd op bospaden, niks is recht of vlak. Een symfonie voor de voeten, noemde Hundertwasser dat. Ook voor de wielen trouwens… Toch rijdt het verrassend goed want drempels zijn er ook niet.
Quedlinburg en hangbrug
Onze route gaat een stukje zuidelijker, we pakken de koffer en rijden richting het Harzgebergte. We maken een stop in Quedlinburg en wandelen door het prachtige middeleeuwse centrum. In de zeventiende eeuw beleefde Quedlinburg economisch goede tijden. Er resteren meer dan 1200 vakwerkhuizen uit die tijd, logisch dat de stad op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat.
Na de sfeervolle hobbelstraatjes ploffen we neer op een terras op het Marktplein. De Duitse menukaart blijft een uitdaging, dus laat ik mij verrassen. “Obazda mit Bretz’l bitte!” Het blijkt een heerlijk smeersel van pittige kazen, met een achtvormig knapperig broodje. Het uitzicht op het middeleeuwse stadhuis maakt het plaatje compleet.
Op naar de langste hangbrug van Duitsland: de Titan RT. Op 70 meter hoogte kun je hier - lopend of rollend - 487 meter lang lekker uitwaaien. En wiebelen, want dat doet-ie wel! Parallel aan de brug rijst de hoogste dam van Duitsland op. De Rappbodedam levert drinkwater en elektriciteit én beschermt tegen overstromingen. Een meesterlijk bouwwerk, maar ook een hoop beton. Ik kijk toch liever de andere kant op, waar de herfstkleuren het groen verdringen en de rivier schittert in de zon.
Wernigerode
Op de derde en laatste dag van onze trip is de stoomtrein afgelast die ons naar de hoogste berg van het noorden (de Brocken, 1141 meter) zou brengen. Het stormt te hard. Echt jammer, ik had al mooie foto's bekeken. Maar dat is reizen ook: plannen aanpassen. Daarom gaan we kijken bij glasblazerij Harzkristall. Een prachtige, blauwglazen bol hangt inmiddels voor mijn keukenraam.
Hierna lonkt vanaf de heuvels het magische kasteel Wernigerode. Zelfs mijn elektrische rolstoel trekt de stevige klim naar boven maar nauwelijks, maar het uitzicht is de moeite waard. Het kasteel zelf is niet rolstoeltoegankelijk. Wij zoeven via dezelfde route weer naar beneden om met een gids door Wernigerode te wandelen. Alweer een wonderlijk mooi stadje met kleurige vakwerkhuisjes en heerlijke verhalen. Het prachtige stadhuis kan zo van de ontwerptafel van de Efteling komen. Hier kun je makkelijk nog een dag in een sprookje rondwandelen. Maar inmiddels regent het en herinner ik mij de heerlijke sauna in ons hotel…
Informatie over de hotels waar Eelke verbleef, vind je op Eelke droomt. Goede brochures over de toegankelijkheid van Maagdenburg en Wernigerode zijn er ook.